Deze methode wordt gerekend tot Chén-stijl Tàijíquán en is ontwikkeld door meester Féng Zhìqiáng 冯志强 uit Beijing China. Hij combineerde Chén-stijl Tàijíquán en medische Qìgōng. De innerlijke oefeningen nèigōng en de vloeiende bewegingsoefeningen (chánsīgōng) vormen de basis voor de beoefening van tàijíquán en het handduwen (tuīshou) in deze stijl. Eenmaal eigengemaakt zullen ze de kwaliteit van alle oefeningen vergroten.
Dit is een specifiek soort Qìgōng die tot doel heeft het leren afleiden en sturen van de lichaamsenergieën. Dit zijn vrij eenvoudige oefeningen, waarbij concentratie en intentie (xīnyì) heel belangrijk zijn.
Alle gewrichten worden ontspannen, vloeiend losgemaakt en bewogen om de energiedoorstroming te bevorderen. De bewegingen zijn rond. We draaien en cirkelen. Zonder al te veel moeite wordt de kracht groter. De zelfverdedigingsbewegingen zitten er voor een deel al in.